You know where you
are? You’re in the jungle baby…
Na een taxi rit van anderhalf uur richting de bergen
stappen we uit in Taironaka in een heus film decor, ik begin spontaan de song
van Axl Rose te zingen.
Palmbomen, een riviertje, slingerplanten, bamboe en een
vochtige atmosfeer met muggen, veeeel muggen. Ons inspuiten tegen de muggen is
dan ook onze eerste zorg zodra we uit de auto stappen. Gewapend tegen de muggen
lopen we het pad af richting rivier waar de “lancha” (ons taxi motorbootje) ons
opwacht.
Als we allemaal veilig zitten in de wankele boot, varen we een Amazone decor in, bruin stromend water, strandjes langs de oever en dichte ondoordringbare jungle met allerlei exotische bomen en planten waarvan sommige me bekend voorkomen van thuis in de living. Ondanks een motor op volle toeren, maken we bijna geen snelheid zo sterk is de stroming. Langzaam maar zeker varen we verder, achter de bocht worden we gedropt aan het begin van een pad en lopen een grote exotische tuin in, we horen geluiden van vogels die we niet kunnen thuisbrengen, hier en daar staat een cabaña, een hut met een dak van palmbladeren.
Het is verrassend koel in de hutten, er is nochtans geen
airco want dit is een eco-lodge zonder elektriciteit. Na het diner, dat bereid
wordt door de lokale mama die hier met haar gezin woont, staat de volle maan
aan de hemel, zodat we een beetje licht hebben om onze cabaña terug te vinden.
Om 7u liggen we al in bed, zonder elektriciteit doe je niet zoveel wanneer het donker is.
We staan dan ook vroeg op, half 6, en vergezellen
dochter Juliana op haar dagelijkse wandeling naar school. Ze moet elke dag een
35 min wandelen naar het dorpje met busstop, dan nog eens een uur met de bus
tot de school. Wat een reis elke dag.
De wandeling gaat over een smal paadje door het oerwoud
met alle onbekende geluiden inclusief. Het pad loopt over, of beter gezegd,
door 2 riviertjes tot aan het dorp, waar de lokale mensen zich klaarmaken voor
een nieuwe dag. Ondanks de muggen repellent, hebben we alle 4 last van jeukende
beten, ongelooflijk hoeveel stekende insekten hier het leven vergallen.
Maar we bewonderen ook de grote gekleurde papegaaien die
hier zitten, de kleine groene colibrietjes, een aapje en prachtige bloemen
overal.
Bovendien is dit een archeologische site, waarvan de
vondsten tentoongesteld liggen in het lokale museum. Deze site was eens een
nederzetting van de Kogi indianen die hier leefden en zo goed als uitgeroeid
werden door de Spanjaarden. De restanten zijn hier nog te bezichtigen.
In de late namiddag maken we de terug tocht op de rivier
en brengt de taxi ons terug tot in het drukke lawaaierige Santa Marta, dag en
nacht verschil met de rust in Taironaka. Het leuke hier is dan weer de
verkoelende wind en een stuk minder muggen….bestaat het paradijs wel?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten